Friday, March 08, 2013

Zwarte bladzijden, gouden randjes

(Verhaal dat niet in de prijzen viel bij Opium)
 
 
Of zij haar bril op moet in de kist. Welke bril? Nou, die met dat gouden randje. Ik sta versteld als mijn broer naar haar bril vraagt. Hoe kom je op het idee je dode moeder haar bril op te willen zetten. ‘Als de overledene zelf geen kledingvoorkeur heeft gegeven, vragen wij u om passende boven- en onderkleding klaar te leggen’, staat in het instructieboekje van de uitvaart. Dat ze een mooie blouse aan moet met een bijpassende broek kan ik nog wel begrijpen, maar welke functie heeft in godsnaam nog een bril.
De volgende dag komt de begrafenisondernemer met een keur aan treurige kaarten en teksten voor wie geen inspiratie heeft. Wat te denken van Het laatste beetje is nu op, veel had je te verduren. Het kaarsje is nu opgebrand, gedoofd zijn alle vuren, of Hij/Zij had nog zoveel te geven, hij/zij was nog niet klaar met dit leven. We besluiten ons te beperken tot een eenvoudige tekst en een bloemstuk van de Intratuin. Als het aan mij lag plukte ik bloemen voor haar in de wei, maar zij hield van keurig gerangschikte rozen volgens vaste formules. In haar tijd trouwde je met een stijf bruidsboeket, kreeg je kinderen en verhuisde je hooguit een keer in je leven naar de overkant van de straat. Daarna gebeurde er niet veel meer.
Na de begrafenisondernemer en het tuincentrum volgt een klap waarop tropische regenwouden, paardenbloemen, Twentse boerderijen en alle boeken die ik in mijn leven gelezen heb aan mij voorbij flitsen. Als ik in deze storm een verhalenbundel van Jorge Luis Borges opensla zie ik tot mijn verbijstering alleen zwarte bladzijden. Waar is mijn bril? Misschien is de hond er mee vandoor gegaan. Die pakt wel vaker iets om af te kluiven zoals pas geleden nog de roze hak van mijn tangoschoen. Toch moet die bril nog ergens liggen. Anderen helpen mij met zoeken onder het kleed, tussen de kranten en buiten in de struiken waar de hond ook was. Tot hij uiteindelijk wordt gevonden in de vuilnisbak, vastgehaakt aan een champagnekurk. Ik ontkurk mijn bril, zet hem op en lees de tekst die boven mij verschijnt. Het zijn de woorden van Borges die mij een bijzonder vertrouwd gevoel geven, ook al ben ik beland in iets wat lijkt op een labyrint.
Zij las romannetjes uit de boeketreeks die haar in haar geregelde leven het avontuur gaven dat ze miste. Mooie mannen en vrouwen die elkaar vinden in innige omhelzingen boven de operatietafel. Als ik het uitvaartboekje nog eens ter hand neem lees ik bij de kledinginstructie iets waar ik eerder overheen las: ‘Als nabestaanden wordt u verzocht, als de overledene een bril droeg, die bril klaar te leggen. De bril kan wel op tijdens het afscheid, maar niet tijdens de crematie.’ Er is nog tijd tot de crematie en waarom zou ik haar geen laatste avontuurtje gunnen? Ik bel mijn broer en zeg hem dat hij haar bril moet gaan zoeken. Die met dat gouden randje.
Anita Brus
 

No comments: