Of zij haar
bril op moet in de kist. Welke bril? Nou, die met dat gouden randje. Ik sta
versteld als mijn broer naar haar bril vraagt. Hoe kom je op het idee je dode
moeder haar bril op te willen zetten. ‘Als de overledene zelf geen kledingvoorkeur
heeft gegeven, vragen wij u om passende boven- en onderkleding klaar te leggen’,
staat in het instructieboekje van de uitvaart. Dat ze een mooie blouse aan moet
met een bijpassende broek kan ik nog wel begrijpen, maar welke functie heeft in
godsnaam nog een bril.
De volgende
dag komt de begrafenisondernemer met een keur aan treurige kaarten en teksten
voor wie geen inspiratie heeft. Wat te denken van Het laatste beetje is nu op, veel had je te verduren. Het kaarsje is nu
opgebrand, gedoofd zijn alle vuren, of Hij/Zij
had nog zoveel te geven, hij/zij was nog niet klaar met dit leven. We
besluiten ons te beperken tot een eenvoudige tekst en een bloemstuk van de
Intratuin. Als het aan mij lag plukte ik bloemen voor haar in de wei, maar zij
hield van keurig gerangschikte rozen volgens vaste formules. In haar tijd
trouwde je met een stijf bruidsboeket, kreeg je kinderen en verhuisde je hooguit
een keer in je leven naar de overkant van de straat. Daarna gebeurde er niet
veel meer.
Na de begrafenisondernemer
en het tuincentrum volgt een klap waarop tropische regenwouden, paardenbloemen,
Twentse boerderijen en alle boeken die ik in mijn leven gelezen heb aan mij
voorbij flitsen. Als ik in deze storm een verhalenbundel van Jorge Luis Borges opensla
zie ik tot mijn verbijstering alleen zwarte bladzijden. Waar is mijn bril?
Misschien is de hond er mee vandoor gegaan. Die pakt wel vaker iets om af te kluiven
zoals pas geleden nog de roze hak van mijn tangoschoen. Toch moet die bril nog
ergens liggen. Anderen helpen mij met zoeken onder het kleed, tussen de kranten
en buiten in de struiken waar de hond ook was. Tot hij uiteindelijk wordt
gevonden in de vuilnisbak, vastgehaakt aan een champagnekurk. Ik ontkurk mijn
bril, zet hem op en lees de tekst die boven mij verschijnt. Het zijn de woorden
van Borges die mij een bijzonder vertrouwd gevoel geven, ook al ben ik beland in
iets wat lijkt op een labyrint.
Zij las romannetjes
uit de boeketreeks die haar in haar geregelde leven het avontuur gaven dat ze
miste. Mooie mannen en vrouwen die elkaar vinden in innige omhelzingen boven de
operatietafel. Als ik het uitvaartboekje nog eens ter hand neem lees ik bij de
kledinginstructie iets waar ik eerder overheen las: ‘Als nabestaanden wordt u
verzocht, als de overledene een bril droeg, die bril klaar te leggen. De bril
kan wel op tijdens het afscheid, maar niet tijdens de crematie.’ Er is nog tijd
tot de crematie en waarom zou ik haar geen laatste avontuurtje gunnen? Ik bel
mijn broer en zeg hem dat hij haar bril moet gaan zoeken. Die met dat gouden
randje.
Anita Brus
No comments:
Post a Comment