Door Anita Brus
Ik dirigeer elke dag tenminste drie verschillende orkesten. Niet eenvoudig, met steeds weer een andere partituur en andere spelers op verschillende plekken. Terwijl ik mijn ene hand stil houd om de lawaaierige types te sussen probeer ik met mijn andere hand de slaapkoppen tot actie te bewegen. En dat alles vol overgave.
Technische
perfectie volstaat niet in de dirigeerkunst. Het orkest komt pas tot leven als
de dirigent contact maakt met de spelers. Daarvoor moet hij zich ontspannen en
opgaan in het stuk, maar ook weer niet te veel, want dan verliest hij zijn
spelers uit het oog.
De hel van 5havo
Ik denk aan Bint
van Bordewijk. Daar zitten ze; Peert, Bolmikolke, Klotterbook en Whimpysinger
uit ‘de hel’ van 4D. Mijn hel is 5havo. Van 5havo heeft M. zich gespecialiseerd
in bloed zuigen, T. in het bekrassen van het schrift van I. zodra die even niet
kijkt. En I. maakt onophoudelijk dierengeluiden. Laten wij hen Miserio,
Terrible en Idiota noemen. Allemaal jongens die elkaar niet met rust kunnen
laten, vaak lui zijn en dat geraffineerd botvieren op elkaar en de les. Een van
mijn moeilijkste orkesten, waarover ik elke keer weer mijn hoofd breek. Ik kan
partituren schrijven zoveel ik wil, met mijn armen zwaaien, me ervoor gooien
met hart en ziel, maar het blijft moeilijk de juiste toon aan te slaan. Soms
lijkt mijn moeite zich te lonen, maar dan vliegt er toch ineens weer iets door
het lokaal en breekt opnieuw ‘de hel’ los.
Orde en tucht
Ik probeer
van alles, stuur de dissonanten weg of praat met ze, leg het hele orkest stil
en praat met allemaal. Soms krijg ik er met veel moeite toch nog een normaal
geluid uit en een enkele keer zelfs mooie klanken. Maar dan ineens zakt de hele
boel weer in elkaar en komt het niet verder dan wanklanken.
Orde en
tucht. Dat had directeur Bint bedacht voor klas 4D. Het leidt er in de roman
toe dat een van de leerlingen uit die klas zelfmoord pleegt. Is dat wat Bint
wilde? Wat willen wij met onze leerlingen? Een harde aanpak of juist een aai
over de bol? Zelfmoorden hebben altijd bestaan, ook onder jongeren. De ene keer
helpt een harde aanpak en een andere keer toch die aai over de bol. Mijn
ervaring is dat er geen kant en klare formules bestaan. Veel hangt af van de
gedrevenheid van de orkestleider en zijn betrokkenheid bij het orkest.
Kluwen van klierders
Onze school
heeft veel betrokken docenten en geweldige leerlingen. Toch blijven docenten
ook worstelen met sommige klassen en moeten er heel spitsvondige partituren
worden bedacht om die lessen gaande te houden. In de les Spaans moeten ze
behalve schrijven ook praten en luisteren, want dat hoort nu eenmaal bij het
leren van een taal. Maar wat doe je als er op een gegeven moment alleen nog
dierengeluiden uit komen?
Het is
onbegonnen werk om altijd alles in de hand te houden in deze kluwen van
klierders. Er wordt voortdurend gepest, alle pestprotocollen ten spijt. Pubers
botvieren nu eenmaal hun onbenul en frustraties op elkaar of op volwassenen.
Vaak is helemaal niet duidelijk wie nu eigenlijk wie pest tot zich iemand voor
een trein werpt omdat hij of zij niet meer opgewassen is tegen de beestenbende.
Hoe wil men dat docenten het altijd op tijd zien zodat zij er iets aan kunnen
doen?
Schop onder de kont
Misschien
ligt hier toch ook een taak voor de ouders. Houd uw kind in de gaten! Voed het
op. Geef het niet altijd maar gelijk, maar wijs het ook op het gelijk van
anderen. Houd het niet bij het minst geringste piepje thuis. Leer het dat niet
altijd alles ‘leuk’ kan zijn. Leer het de nodige discipline zoals Bint van
Bordewijk. Geef het af en toe eens een stevige schop onder de kont. Maar dan
wel met de aandacht en liefde van een goede opvoeder. Zoals een goede leraar
zijn klas dirigeert, of een goede dirigent zijn orkest.
No comments:
Post a Comment