Spanje, klein dorp, niet ver van Valencia en ik kijk terug. Inmiddels al zo veel meegemaakt. Ik schrijf dit alsof ik morgen zal sterven. Alsof er iemand meekijkt die dat weet. Ondertussen denk ik aan alle gemaakte reizen, maar vooral aan dat prille begin. Was het in 1993 toen ik de eerste dag en eerste keer alleen op vakantie al beroofd werd in Madrid? En was dat niet het begin geweest van alle reizen, schrijverij en geïllustreerde reisverslagen. Ook het begin van eindeloos wandelen en verdwalen op afgelegen bergen met oranje kikkers niet ver van Boquete waar nu twee blondines verscheurd zijn teruggevonden in het oerwoud. Ik had met gemak een van die blondines kunnen zijn. Een slagje ouder maar evengoed de weg kwijt en aan stukken gereten. Op mijn pad was echter altijd wel een indiaan in de buurt om mij te redden. Mijn moeder vertelde ik dit nooit.
Ondertussen heb ik mijzelf ouder zien worden, mijn lichaam zien veranderen, mijn haar zien uitvallen en weer zien terugkomen. En nu zit ik hier in dit plattelandsrestaurant met koude rode wijn aan een maaltijd van zeven euro vijftig. Alsof er niets veranderd is. Ik geniet, schrijf en studeer. Vanmorgen zat ik op een terrasje naast van die typische Spaanse dames van middelbare leeftijd met waaiers. Waren zij veranderd? Nagenoeg niet. Dezelfde achterovergekamde haren, alleen nu iets hipper gecoiffuurd en gestoken in ‘hybride’ kleding met een vleugje van vanalles wat men tegenwoordig fabriceert. Jurken met vrolijke bloemmotieven en oosters aandoende bovenstukjes met veel glitter. Een sigaartje in de vingers met blauw gelakte nagels, want de tijd is ook hier niet helemaal stil blijven staan. Inmiddels is er op rijafstand een metroverbinding met Valencia.
Ik lees De Helaasheid Der Dingen van Dimitri Verhulst en daar kan niemand ooit meer tegenop: “Onze Potrel liet het vrouwmens binnen en zag geamuseerd vanachter haar rug hoe ook onze Herman al bezig was zijn blik tussen haar benen te wringen.” Op het pad naar de rivier kom ik twee oude mannetjes tegen met een buitengewone interesse in mij. Elk wijken ze naar een kant van de weg om mij tussen hen door te laten wandelen. Omdat ik toch wat aarzelend loop roept een van hen mij na met een advies over de richting (naar de rivier) en met de vraag of ik Marokkaanse ben. Marokkaanse? “Ja, vanwege je bruine huid.” Onzin, ben niet uitzonderlijk bruin en bovendien blond. Aandachttrekkerij dus en ik zeg dat ik Nederlandse ben met de gedachte dat er wel een reactie zal volgen over ons dan nog aan de winnende hand zijnde voetbalteam, maar die reactie blijft uit. Ondertussen begluren de mannen mij met ‘een blik die zich tussen mijn benen wringt’. Het is op het randje als een van hen mij vraagt of ik in bikini of badpak ga zwemmen. Ik maak mij nog net niet snel uit de voeten als ik richting de rivier ga waar ik mij aan de oever vlei met Dimitri Verhulst: “De rok was alleszins kort genoeg, verlossing moet mogelijk zijn.”
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment