Wat kan een van de rijkste, machtigste en meest gevreesde dictators van Afrika nog bang maken? Zo begint 'De nachtmerrie van Obi', een stripverhaal met in de hoofdrol Obiang Nguema Mbasogo, president van de aan de westkust gelegen oliestaat Equatoriaal Guinea. Een viertal vrienden boog zich over deze vraag; striptekenaar Ramón Esono Ebalé, de (anonieme) schrijvers Chino & Tenso Tenso en Tutu Alicante, vertegenwoordiger van EG Justice in Washington. De laatste zorgde ervoor dat het geld voor het stripverhaal via crowdfunding bijeen kwam zodat de strip in 2015 in twee talen kon worden uitgebracht.
Kerstballen
Zou de dictator nog kunnen vrezen dat ze hem zijn miljoenen
afpakken? Nee, bedachten de vrienden, want die heeft hij uitstaan op talrijke
internationale banken over de hele wereld. En bang voor een coup? Onmogelijk,
want hij weet zich te goed beschermd door de tot hun tanden toe bewapende, rijk beloonde
Marokkaanse en Israëlische beveiligers die gelden als koelbloedige killers
zonder hersenen, bereid om hun leven voor hem op het spel te zetten. Bovendien
heeft hij zijn oude tegenstanders al jaren geleden omgekocht en behoren zij nu tot
zijn allergrootste fans. Blijft zijn prostaatkanker nog over als
doodsbedreiging, maar ook van die ziekte heeft hij weinig te vrezen. In Guinea
is het een komen en gaan van de beste artsen ter wereld die klaar staan om zijn
testikels in te smeren en op te blazen tot glanzende kerstballen, al blijft Obi
er wel last van houden (dat hij voortdurend met zakken ijs in de weer is om het
zaakje te koelen is een rode draad in het verhaal).
Bubbelbadoverleg
Niet alleen zijn ballen worden opgeblazen, maar op de
eerste pagina van de strip ook zijn hoofd. De tekstballonnen naast zijn hoofd
bespreken de verschillende angstopties, uitmondend in een conclusie dat er
eigenlijk maar een ding is waar de dictator nog bang voor kan zijn. Maar dat
laten de makers vervolgens nog een aantal pagina's in het midden. Voordat het
aftellen begint naar wat zijn allergrootste nachtmerrie zal zijn, moeten wij
namelijk nog mee worden gevoerd in Obi's luxe leven. We zien hem wat verward
naast een ontklede dame wakker worden, in zijn drukke bestaan niet meer wetend
in welke van zijn talrijke paleizen hij zich bevindt, of in welk hotel bij een
Noord Koreaans congres of teelbalbehandeling in Houston. Maar alras blijkt dat
hij bij de koning van Marokko op bezoek is die hem een jacuzzi belooft met
geparfumeerde bubbels en kranen waaruit zowel vanillemelk als champagne stroomt.
Na dit bubbelbadoverleg stapt hij in zijn privéjet om onderweg naar Guinea de
stewardess in haar billen te knijpen, terwijl zijn secretaresse hem waarschuwt
dat Exxon Mobil heeft aangekondigd dat hij binnen twee jaar door zijn
olievoorraden heen zal zijn.
Rambo
Uiteraard wordt hij in Malabo ontvangen door het
bijeengetrommelde volk en ten paleize door zijn 'kunstminnende' echtgenote
Constancia, die hem vanaf haar massage bed vraagt waar de cadeautjes uit
Marokko blijven. Al Rambo films kijkend, zijn gezondheid en politieke zaakjes
regelend en terloops nog even wat executies van potentiële coupplegers
afhandelend, nadert echter het moment van de nachtmerrie. Maar niet voordat hij
in het parlement nog een toespraak 'full of great truths' heeft gehouden en
zich in bad onderwater al snorkelend heeft laten bevredigen door een wulpse
dame met duikbril. Omdat je van seks honger krijgt verorbert hij op de valreep
nog wat uit de koelkast gehaalde boa constrictor en ander 'bushmeat', om
vervolgens een laatste blik te werpen op het wilde tuinfeest van zijn zoon en
'troonopvolger' Teodorín. Daarna kan het aftellen tot zijn ergste nachtmerrie
beginnen en dat is... wakker worden als 'ordinary Guinean' in een buiten alle
presidentiële rijkdommen door hemzelf gecreëerde wereld.
Dat is een wereld van gebrekkigheden en uren in de rij staan
om emmers water te halen omdat er geen stromend water is. Obi worstelt zich
door de drek om aan te sluiten in de rij wachtenden voor water dat op is tegen
de tijd dat hij aan de beurt is. Alles wat eerder kleurig was is nu grauw, grijs
en geel, terwijl hij in zijn rafelige shirt en onderbroek wordt uitgejouwd en afgeranseld
als hem weer eens iets niet lukt door alle penibele omstandigheden. In de kroeg
is hij getuige van een ruzie omdat midden in een tv voetbalwedstrijd de
elektriciteit uitvalt en op de markt van Semu belandt hij in een gevecht om de
gunst van een rijke klant. "In een normaal land gebeurt dit niet"
roept hij steeds, maar niemand luistert naar hem omdat hij zich nog steeds president
waant en daarom als gek wordt beschouwd. Grote moeite heeft hij ook met zijn
opgeschoten zoontje Teodorín dat rondloopt met spuiten in zijn lijf en overal steelt
waar dat maar mogelijk is. We zien Obi verder nog op straat, in een taxi, op
het vliegveld en uiteindelijk ook in het ziekenhuis en politiebureau nadat een
militair hem in elkaar heeft geslagen. Hij ziet de deplorabele staat van de openbare
gelegenheden in zijn land nu met eigen ogen en ondervindt aan den lijve hoe
leraren en militairen zich grof gedragen, of lamlendig rondhangen in de kroeg.
Dictators in de hel
Tot slot belandt Obi in de gevangenis in een cel waar hij
getuige is van martelingen en zelf ook wordt afgetuigd. Daarna wacht hem de
duivel die hem in de hel alle kamers toont waar ex dictators als Mobutu, Idi
Amin, Bokassa, Gaddafi en Franco hun tijd uitzitten. Allen verblijven er in vol
ornaat en luxe; Gadaffi in zijn bedoeïnentent en Franco met een gigantisch
kruis, maar wel omgeven door schermen met beelden die hen eindeloos laten getuigen
van alle door henzelf aangerichte leed. De duivel heeft bovendien op zaterdag een
verplichte bioscoopvoorstelling voor hen in petto om elkaars gruwelen te
bekijken en elke zondag is het marteldag. Obi stopt hij in een kamer bij zijn oom
Francisco Macías die hem meteen naar de strot grijpt (na de onafhankelijkheid van
Equatoriaal Guinea in 1968 was Macías de dicator die een nog erger schrikbewind
voerde tot hij in 1979 door zijn eigen neef Obiang werd afgezet en vermoord).
God
In opperste wanhoop wendt Obi zich vervolgens berouwvol tot
God. God blijkt een gedrongen, bruin mannetje met gele baard, een bot in het
haar en alziend oog boven zijn hoofd. Hij is behoorlijk geïrriteerd omdat Obi
hem stoort in zijn middagdutje en hij zit dus bepaald niet te wachten op Obi's beloftes
van democratie, elektriciteit, water, McDonald's en wifi voor iedereen plus bubbelbad,
privé strand en zijn dochters als cadeautjes voor zijn opponenten. Daarom slaat
God hem eigenhandig met zijn kruis weer terug naar de wereld waar Obi zichzelf
voorhoudt dat er niets veranderd is, dat alles nog was zoals eerder; zijn
koelkast vol bushmeat, zijn zoon nog dezelfde hersenloze playboy, zijn vrouw
nog steeds de 'first lady' en hijzelf nog steeds met zijn Marokkaanse en
Israëlische lijfwachten. Desondanks is hij bang, want het kan ook zomaar zijn
dat hij zijn ogen opent om te ontdekken dat hij nog steeds die 'ordinary Guinean'
is voor wie de dagelijkse nachtmerrie nooit ophoudt.
Mango-achtige luchten
Geniaal vond ik het verhaal toen ik het las. Maar minstens
zo geniaal zijn de tekeningen van Esono Ebalé. Geen detail blijft ons bespaard
van de entourage van de dictator die zich in zijn limousine met minibar laat vervoeren
en een revolver voor zich heeft liggen bij het tv kijken. De Afrikaanse markt
zien wij tot in alle kleine facetten, inclusief een magere hond, vrouwen met
baby's op hun rug, gehuld in doeken waarop het embleem is gedrukt van de
partij. En dat alles wordt nog eens versterkt door de kleuren die op een rake
manier de sfeer bepalen van de ruimtes waarin Obi verkeert. Straten hebben mango-achtige
luchten die fraai contrasteren tegen de grijsbruine modder en het stof. Ogen
puilen extra uit door felrode tinten en Obi's knalroze onderbroek en gele shirt
steken extra af tegen de grauwe achtergronden van de martelkamers waarin hij
zich begeeft. In de hel is alles bloedrood, behalve de in de tv schermen
geplakte zwart-wit foto's. En in de hemel valt een donkerbruine God met
knalgele baard extra op tegen een pastelblauwe lucht en Obi in een wit pak.
Vage piemel
Of er op het eind nog hoop is voor Obi valt te betwijfelen,
want de angst dat de nachtmerrie zich voortzet gaat gehuld in aardedonkere
tinten. We zien Obi aan het eind van het verhaal languit liggen op een
donkergroen doek, terwijl hij in close-up zijn ogen licht opent om ze in het
laatste vignet weer te sluiten achter zijn tot ballen opgeblazen oogleden. De
strip eindigt min of meer zoals hij begint. Wel is er een verschil tussen de Engelse
en de Spaanse uitgave. Op de kaft van de Spaanse uitgave zit een rafelig
geklede Obi op een kruk en in de Engelse slaat hij de Amerikaanse vlag om zich
heen. De Spaanse uitvoering is ook kleiner van formaat, maar heeft levendiger
kleuren dan de Engelse. En soms verschilt een detail: Macías draagt in de
Spaanse uitgave een zwarte onderbroek als hij voor Obi verschijnt, in de
Engelse uitgave is hij naakt met een wat vage piemel. In de tekst van de
Engelse versie wordt het plaatselijke dialect (pidgin) dat in de Spaanse versie
nog wel aanwezig is vertaald. "Mamá, di man decrés?" wordt in de
Engelse uitgave vertaald als "Mom, is that man crazy?" en "Na mi
toca tek watá!" als "It's my turn to get water!" (wat handig is
als je wel Spaans leest, maar geen pidgin English kent).
Een president die het
volk uitlacht
De makers beschrijven in het voorwoord van de strip hoe het
idee ontstond: "Ergens halverwege 2011 op een zondagmorgen op een terras
van een bar in Malabo (de hoofdstad van Equatoriaal Guinea) onder het genot van
gepeperde soep en wat pilsjes, toen de muziek plotseling onderbroken werd voor
een toespraak van Obiang." Zij beschrijven hoe zij gewoonlijk snel tot de
orde van de dag overgaan onder Obiang's toespraken, maar dat het dit keer anders
was. Hij had het namelijk over Guinea's rijkdommen die het land een nog hoger bruto
nationaal product opleveren dan dat van landen als Frankrijk, Spanje, Italië,
Japan of Nieuw Zeeland. Dat zette hen aan het denken, want om zich heen kijkend
naar alle modder en verwaarlozing zagen zij weinig van die rijkdommen terug.
Hun president Obiang Nguema Mbasogo, verantwoordelijk voor de dagelijkse misère,
lachte hen dus eigenlijk gewoon uit! Het idee kwam bij hen op dat als Obiang
zijn volk uitlachte, het niet meer dan fair zou zijn als het volk ook eens om
hem zou lachen.
Zo bedachten de vrienden dit stripverhaal van 125 pagina's
met Obiang in de hoofdrol. Niet in zijn gebruikelijke hoedanigheid, maar als gewone
inwoner van zijn land, waarop anderen om hem zouden kunnen lachen. Lachen maakt
namelijk onschadelijk en opent de ogen om wakker te worden in een wereld die er
hopelijk in de toekomst ook beter uitziet voor Equatoriaal Guinea.
Anita Brus, oktober 2016