Sunday, September 27, 2015

Als we ooit naar de hemel gaan


  

Over de kunst van de Zuid-Afrikaanse kunstenaar William Kentridge in Filmmuseum Eye, Amsterdam

Toen de Zuid-Afrikaanse beeldend kunstenaar William Kentridge (Johannesburg, 1955) in een interview gevraagd werd waarom hij binnen de Europese kunsttraditie werkt en weinig 'Afrikaanse esthetiek' laat zien in zijn werk, antwoordde hij: „Ik ben in de Europese kunstgeschiedenis geschoold. Hetzelfde geldt nu voor de meeste zwarte beeldende kunstenaars uit Zuid-Afrika. Klassieke verhalen zoals Goethes Faust geven houvast bij het maken van werk over hedendaagse morele vraagstukken. Daarnaast lopen Afrikaanse en Europese tradities meer in elkaar over dan je zou denken. Afrikaanse beeldhouwkunst is bijvoorbeeld beïnvloed door expressionistische houtsneden die de lutherse missionarissen meebrachten. En dan zijn die houtsneden weer beïnvloed door Afrikaanse maskers. Puurheid bestaat niet.”

Dat puurheid niet bestaat tonen de installaties van deze kunstenaar. Zijn installatie More Sweetly Play the Dance (tot 30 augustus te zien in Filmmuseum Eye, Amsterdam), laat een paneel van 45 meter lengte zien waarop een optocht wordt geprojecteerd van een wel heel gevarieerd gezelschap, uitgevoerd in een techniek die geanimeerde houtskooltekeningen combineert met gefilmde figuren, uit karton gesneden objecten, geluid en muziek. Tegen een achtergrond van bewegende luchten, gras en rommel - een landschap dat de mijnbouwwoestenij rond Johannesburg weerspiegelt - schuifelt een brassband voorbij die melancholische, Afrikaanse klanken blaast. Andere figuren die aan de optocht deelnemen tollen in de rondte, maken allerlei vreemde bewegingen of bewegen zich voort terwijl zij Romeinse koppen en koppen van mijnwerkers, palmen, een vlag, Chinese tekens, een vogelkooi, een typemachine en nog meer silhouetten van verschillende objecten met zich meedragen. Ook is er iemand die pamfletten rondstrooit, een ander zwaait met een vaandel en wordt gevolgd door op de muziek dansende skeletten.

Een 'dodendans' in tegenlicht gefilmd waardoor het ook lijkt op een schimmenspel. De
schimmen van de dood die dansen in Plato's grot. In die grot zitten mensen zodanig vastgeklonken dat zij maar een kant uit kunnen kijken, waardoor zij slechts schaduwen zien van de wereld die zich achter hen voltrekt in het licht van hetgeen volgens Plato de waarheid is. Om die waarheid te ontdekken moeten de gevangenen eerst worden bevrijd om naar het licht van de grotopening te worden gesleurd. Een gewelddadig idee dat volgens Kentridge aan alle revoluties en utopisch denken vooraf gaat: "Elke poging tot verlichting, iedere missie om mensen te redden, al onze beste intenties gaan zo gebukt onder het gewicht van wat daarop volgt: hun schaduw, het geweld dat met de verlichting gepaard is gegaan." Uit de mythe van Plato komt volgens hem zowel de verlichting en hulp aan Afrika voort als het meest gruwelijke geweld en kolonialisme.

De vaandeldragers in de optocht verwijzen naar revoluties en utopisch denken, evenals de titel van de tentoonstelling in Eye 'If We Ever Get to Heaven'. Door de geschiedenis heen offerden hele hordes zich op 'to get to heaven', om anderen in dit idee met zich mee te sleuren. Kentridge laat ze aan ons voorbij trekken als een vrolijke fanfare in een processie die hij associeert met religieuze optochten waarin heiligen worden meegedragen, maar ook met de optochten van vluchtelingen die hun hele hebben en houwen met zich meetorsen. Dat associatieve denken kenmerkt hem en maakt dat hij zich zowel laat inspireren door de zuil van Trajanus in Rome (als je de reliëfs van die zuil uit zou rollen krijg je ook een processie) als door de middeleeuwse verbeelding van de dodendans, of door Chinese mijnwerkers en de politieke situatie in Zuid-Afrika.

Toch staat die politieke situatie in Zuid-Afrika of elders in de wereld nooit voorop in zijn werk. "Ik heb nooit geprobeerd illustraties van de apartheid te maken, maar de tekeningen en films komen zeker voort uit en worden gevoed door de sporen van een meedogenloze samenleving", zegt Kentridge. Hij voegt er aan toe dat zijn werk gaat over de imperfectie van de mens en tegenstrijdigheden in de politiek. Maar misschien komen in de politiek ook verschillende werelden bij elkaar en zijn de schaduwen een weergave van een diepere werkelijkheid dan die van het oppervlakkige en gedetailleerde alledaagse.      

Dit artikel is in het Spaans verschenen in Revistart www.revistart.es