Illustere
figuren waren ons al voorgegaan, onthulde Jan Mulder vanmorgen in de
herdenking. Zelfs met een koffer met munitie. Achteraf hebben we kunnen lezen
in Komij's toch wel behoorlijk autobiografische roman 'Over de bergen' waartoe
al het buskruit diende. Maar toen ik samen met mijn toenmalige vriend aankwam
in Alvites had ik nog geen idee van de toestand ter plekke. Door veelvuldig
informeren bij de plaatselijke bevolking waren wij er achter gekomen waar de
schrijver en zijn vriend Charles woonde en toen wij zijn dorp binnenreden
bleken de vogels, in naar men zei hun groene peugot, gevlogen. Ik
schreef het volgende in mijn dagboek:
"De
spanning stijgt ten top wanneer wij het dorp naderen en Komrij's huis reeds op
afstand denken te herkennen. Het lijkt een paleis van een voormalige
grootgrondbezitter of een klooster en we
zien niemand in de omgeving; alles lijkt gesloten. Terloops informeren we nog
even naar de twee Nederlanders. Zij blijken die dag vertrokken."
Ik herinner
mij nog dat ik toch iets van mijzelf wilde achterlaten en dat ik ter plekke een
brief schreef die ik maar moeilijk kon posten omdat er nergens een brievenbus
te ontwaren viel en omdat niemand die brief in ontvangst wilde nemen. Later zou
blijken waarom. Zij waren daar hals over kop vertrokken na de meest vervelende
geruchten over drank en drugs en wij vernamen dat het leven als twee
artistieke homoseksuelen in een afgelegen Portugees dorp in Tras Os Montes
beslist niet eenvoudig was geweest.
Nog weer veel
later met alweer een ander vriendje reed ik door Vila Pouca da Beira. Inmiddels
was ik wat ouder en wijzer geworden en niet meer zo obsessief op zoek. Toch
stapte ik ook daar even uit de auto om langs de villa van Komrij en zijn
partner te lopen. Op het balkon stond niet Gerrit Komrij, maar Charles en wij
zeiden vriendelijk "goedemorgen" tegen elkaar.
Als ik nu nog
eens terug ga naar Portugal, dan zal het zijn om het graf van Gerrit Komrij te
bezoeken. Gerrit Komrij heeft mij sinds mijn eerste bezoek aan Portugal nooit
meer losgelaten.
Anita Brus,
14 juli 2012
Naschrift: